Er is geen absolute waarheid

Er is geen vaste waarheid buiten ons. Wij zijn als mens niet in een losse, onafhankelijke werkelijkheid gezet. De werkelijkheid is voor iedere waarnemer anders. De werkelijkheid verandert continu. Er zijn geen vaste wetten die de werkelijkheid besturen die voor eeuwig waar zijn. Als je volledig zuiver zou kunnen waarnemen, zou je nog steeds geen feitelijke, absolute werkelijkheid zien. Jouw werkelijkheid is anders dan die van andere mensen.

In dit artikel onderzoek ik dingen die we voor ‘absoluut waar’ houden aan de hand van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van psychologie en kwantummechanica. Maar eerst even een persoonlijke noot:

Na een paar maanden onder het juk van Corona te hebben geleefd heb ik mijn abonnement van de Volkskrant opgezegd. Na ongeveer 20 jaar kon ik het niet meer aanzien hoe ik iedere dag een eenzijdig beeld over het virus kreeg toegediend. Ik snapte het goed: het was nodig dat we als volk de ingezette maatregelen zouden opvolgen en dat we dat met z’n allen zouden doen. Dat we daarvoor een zoveel mogelijk logisch en wetenschappelijk onderbouwd verhaal moesten horen. Zoals ik in het artikel over ‘de waan van jouw overtuigingen’ schreef, ging ik in die tijd op zoek naar nuance en raakte verstrikt in een kluwen van tegenstrijdigheden. Zelfs met de data van het CBS kon ik - afhankelijk van de bril die ik opzette – verschillende waarheden creëren en rechtvaardigen. Waar was die ene juiste waarheid gebleven die mijn ouders vroeger in de NRC lazen?

Toen de oorlog in Oekraïne begon was het fijn dat dit in ieder geval duidelijk was: de slechterik was Poetin en de USA was de grote redder. Totdat ik in contact kwam met Greg die acht jaar geleden was gevlucht uit de oostelijke provincie Donetsk. Hij vertelde hoe de Amerikanen al acht jaar bezig waren veel geld in Oekraïne te pompen, militaire bases te bouwen en de regering te beïnvloeden. Hoe de Oekraïense regering het volk in zijn provincie terroriseerde en vele duizenden slachtoffers maakte. Dat Poetin eigenlijk gelijk had om de NAVO van zijn grenzen weg te houden. Ik kon het niet geloven.
Later sprak ik een studievriend van me die getrouwd is met een vrouw uit Kiev. Haar ouders waren gevlucht en woonden nu bij hem in. Hun verhaal leek weer heel erg op wat er in de kranten stond. Wat moest ik nu geloven? Wat is waar?

Het is moeilijk om los te komen van het idee dat er een feitelijke waarheid buiten ons is. Zeker als je dagelijks wordt geïnformeerd door krant en tv over het wel en wee van de wereld. Je hoort het als feiten, je ziet de plaatjes, dus is het waar. Maar ook dichterbij: Als een collega vertelt dat ze heeft gehoord dat de grootste klant bij ons weggaat en jouw leidinggevende later aankondigt dat er bezuinigd moet worden. Je snapt dat het één het gevolg is van het ander. Feitelijk waar. (Lees hier meer over dit fenomeen van snelle conclusies) Je hebt niet veel waarnemingen nodig om iets voor waar aan te nemen. Meestal volstaat een uitspraak van een ander of een bericht in de krant. Ga maar na: hoeveel van de dingen die jij voor waar houdt heb je ook echt zelf waargenomen? Dat er een oorlog in Oekraïne is, hoe een mRNA vaccin is opgebouwd, hoe jouw mobiel van binnen functioneert? Bijna alles hebben we geleerd van anderen – we vertrouwen erop dat het klopt. Ik lees hier bijv. een stukje op de site van het College ter beoordeling van geneesmiddelen over het BioNTech/Pfizer vaccin:

Comirnaty is een zogenoemd mRNA-vaccin. Het brengt hele kleine vetbolletjes in het lichaam met een stukje genetische code (mRNA). Dit is dezelfde code die ook aanwezig is in het coronavirus. Dit mRNA wordt in het lichaam omgezet in spikeproteïnen, een eiwit van het virus. De stukjes van dit eiwit worden hiermee zichtbaar voor de afweercellen in het lichaam, die vervolgens antistoffen aanmaakt die het virus herkennen bij een besmetting.

Zou dit absoluut waar zijn? Hoe weet je dat dit waar is? Dat kun je niet weten, je neemt het niet zelf waar. Je neemt aan dat dit een betrouwbare bron is en accepteert het als waarheid.

Dat is prettig. Want dan hoef je je daar geen zorgen meer over te maken. En dat doen we met (bijna) alles: we zetten de werkelijkheid vast zodat we weten waar we aan toe zijn. We nemen heel veel aan om onszelf zekerheid te verschaffen. Zonder deze aannames zouden we de hele dag bezig zijn om uit te vogelen wat we zien, hoe iets werkt, wat we wel en niet moeten doen. Doodvermoeiend en levensbedreigend.

 

De absolute waarheid

Een Griekse voorstelling van de platte aarde

Ik denk dat je een heel eind mee kunt gaan in het idee dat er geen absolute werkelijkheid is. Dat de werkelijkheid voor iedereen anders is omdat mensen het bekijken vanuit hun eigen perspectief en achtergrond. Het is ook niet absoluut vast omdat het met de tijd kan veranderen. We worden ouder en wijzer en zien dingen anders. En het kan zijn dat nieuw onderzoek aantoont dat het toch net even anders in elkaar zit. Eerst dachten we dat de aarde plat was, toen rond, toen kwamen de wetten van Newton. Deze werden vervolgens omvergeworpen door de relativiteitstheorie. En nu zitten we met de kwantummechanica die de grote geesten nog steeds voor raadsels stelt. Steeds is er weer een nieuwe theorie die de oude omverwerpt. We vinden de mensen van vroeger dom: “dat ze dat niet snapten!” Maar dat vinden mensen over 100 jaar ook van ons. “Hoe konden zij toch vasthouden aan het idee dat…(vul later maar zelf in).” Onze waarheden zijn slechts tijdelijke aannames.

 

We weten het niet

We weten niet waarom we doodgaan, waar ons bewustzijn vandaan komt. We weten niet waarom een medicijn bij de één werkt en bij de ander niet. We weten niet waarom je soms een goeie dag hebt en soms een slechte. We hebben nog weinig idee hoe ons brein werkt, waar gedachten ontstaan, hoe de wijsheid in onze handen kan zitten. Ga zo maar door: we hebben geen idee hoe het allemaal werkt. Maar we doen wel net alsof we het weten. Wetenschappers gebruiken grote groepen mensen om statistisch vast te stellen dat een medicijn werkt. In ieder geval significant beter dan een placebo. Maar of het dan ook bij jou werkt, dat weet niemand. De werkelijkheid van ons lichaam en onze wereld is zo complex, dat we alleen in grote lijnen wat uitspraken kunnen doen. Verder snappen we er niks van.

 

Waarneming en causaliteit

Toch zou je kunnen stellen dat er dingen zijn die iedereen op eenzelfde manier kan waarnemen. De eettafel kan je zien en voelen; dat zou voor iedereen hetzelfde kunnen zijn als je goed waarneemt. Mijn eettafel met stukken waar geen lak meer zitOf de ene toon hoger is dan de andere, dat zou iedereen met een goed gehoor moeten kunnen horen. Je zou die waarnemingen feitelijk waar kunnen noemen. Want ze zijn er echt. Dat betekent dat er een onafhankelijke – vaste werkelijkheid zou kunnen zijn, buiten ons. Een vaste werkelijkheid met dingen die manifest zijn. Houdt deze gedachte even vast; in de volgende paragraaf over kwantummechanica ondergraaf ik zelfs deze vaste werkelijkheid buiten onszelf.

Naast de vaste dingen die we kunnen zien, horen, voelen enz. is er weinig waarheid die absoluut zou kunnen zijn. Want bijvoorbeeld de betekenis die ik aan mijn tafel geef – dat ik er graag aan zit en dat ik hem via de Michaëlshoeve heb gekregen – dat zal voor jou heel anders zijn. Ik vind het een mooie tafel met veel fijne herinneringen terwijl het jou vooral opvalt dat de lak op een aantal plaatsen is weggesleten. Ook alle gedachten er omheen zijn subjectief. Zo kan jij vinden dat ik de tafel niet goed onderhoud, terwijl ik vooral warme herinneringen heb aan de nagellak-remover van mijn dochter die een gat in de lak maakte. Ofwel: alle directe waarneming zou best eens feitelijk waar kunnen zijn en alle interpretatie niet. Dat is allemaal subjectief en relatief. Alle duiding, alle causale relaties, alle dingen waarvan je overtuigd kan zijn – het is allemaal relatief. Misschien hoogstens waar in een hele specifieke context, op een uniek moment en waargenomen vanuit een bepaald perspectief.

 

Kwantummechanica

Om de relativiteit van alles nog wat verder te onderzoeken maak ik een uitstapje naar de kwantummechanica. In de klassieke natuurkunde, net als in vele andere wetenschaps­disciplines, werd uitgegaan van een absolute waarheid die geregeerd wordt door vaste wetten. Met de komst van de kwantummechanica werd dit op z’n kop gezet. Zonder dat ik mezelf een groot expert op dit vlak vind, wil ik je toch drie theorieën uit dit vakgebied aanreiken. Omdat deze theorieën ook onderstrepen dat er geen absolute waarheid is. Dat is een interessante kronkel: een natuurkundige theorie (die bewezen kan worden) die zegt dat er geen absolute waarheden zijn.

  1. De bouwstenen van materie zijn niet vast

Als je een huis wilt bouwen is het fijn als je stevige bakstenen kunt gebruiken. Het wordt echt problematisch als de stenen van een soort gelatinepudding zijn gemaakt. Of nog erger, stenen die van muziek zijn gemaakt. Stenen van een zinderende trilling, hoe zou je daar ooit een huis mee kunnen bouwen?

In de kwantummechanica hebben wetenschappers als Einstein, Bohr, Heisenberg en Schrödinger vastgesteld dat de bouwstenen van onze werkelijkheid niet zo vast zijn als we denken. Zij hebben bewezen dat de kleinste deeltjes die waargenomen kunnen worden geen ronde bolletjes zijn maar dat deze vaak veel beter voorgesteld kunnen worden als golven. Dat is bijna niet te snappen. Hier een klein stukje van Wikipedia over deze theorie (met wat eigen verduidelijkingen ertussen):

“De zintuiglijke waarneming leert dat de voorwerpen die wij zien en betasten een zeer bepaalde vorm en afmeting hebben en dus in de ruimte gelokaliseerd zijn. Daarom is men geneigd te denken dat de fundamentele deeltjes van de materie eveneens een precieze vorm en afmeting hebben en ze voor te stellen als kleine bolletjes met een karakteristieke straal, massa en lading. Die geëxtrapoleerde voorstelling is echter foutief. Op kleine schaal moet materie worden voorgesteld als een veld (..), ongeveer zoals fotonen (lichtdeeltjes).”

Golven of deeltjes?Dus: de kleinste bouwstenen van alle materie om ons heen zijn niet alleen vaste steentjes, maar ook golven of energie. De wetenschappers weten het niet: soms is het zus en soms is het zo. Dat betekent dat er naast de gebruikelijke manier van kijken naar dingen (dat ze vast zijn) ook een (even juiste) manier van waarnemen is waarin alle dingen uit golven of energie bestaan. Mijn eettafel uit de vorige paragraaf is ook te zien als energie, als een trilling. Iets wat zich voor mijn ogen ontvouwt als een muziekstuk. Als de werkelijkheid in wezen op deze manier om ons heen ontstaat, kan je dan nog praten over iets dat absoluut voor iedereen hetzelfde is? Het lijkt me niet.

  1. De waarnemer beïnvloedt

In wetenschappelijk onderzoek doen we heel veel moeite om allerlei beïnvloedende variabelen uit te filteren. Want we zoeken naar een absolute waarheid die door andere wetenschappers kan worden geverifieerd. Maar in de kwantummechanica zegt men dat het uitgesloten is dat je een objectieve meting kan doen die niet beïnvloed wordt door de waarneming. Wikipedia schrijft hierover:

In de kwantumtheorie wordt de werkelijkheid op een fundamenteel andere manier benaderd dan in de klassieke natuurkunde. In het klassieke beeld wordt ervan uitgegaan dat er een waarnemer-onafhankelijke werkelijkheid is en natuurkundige grootheden continue variabelen zijn, die in elke gewenste combinatie gemeten kunnen worden. Meetonnauwkeurigheden worden in de klassieke natuurkunde gezien als een praktisch probleem. In de kwantumtheorie (..) kan er geen enkele waarneming worden gedaan zonder dat het waargenomen verschijnsel wordt beïnvloed. Er is in de kwantumtheorie dus geen waarnemer-onafhankelijke werkelijkheid. Door dit tweede fundamentele verschil met de klassieke natuurkunde is het principieel uitgesloten om het effect van de waarneming uit te schakelen: de keuze die de waarnemer maakt bij het opzetten van een experiment, bepaalt in belangrijke mate de uitkomst daarvan.

Als jij er niet bent om iets waar te nemen, vindt het dan wel plaats? Bestaan er dingen buiten de zaken waar jij je aandacht op richt? Hoe zou je dat kunnen bewijzen? Ik hou het erop dat je als mens bepaalt (misschien maar voor een deel) hoe de werkelijkheid zich ontvouwt.

  1. Alles is verbonden

En dan is er nog een derde fenomeen dat in de kwantummechanica is vastgesteld. Als een klein deeltje wordt gesplitst, kunnen verstrengelde deeltjesparen ontstaan. Ook al stuur je deze paren mijlenver uit elkaar, ze blijven verbonden en reageren als een eeneiige tweeling. Wikipedia:

Omdat kwantummechanische deeltjes zich tegelijkertijd in meerdere meetbare toestanden kunnen bevinden, zolang er nog niet gemeten wordt (zie theorie 2 over waarnemer onafhankelijkheid), betekent de verstrengeling dat er een correlatie zal zijn tussen metingen aan de deeltjes. (..) Zo stelt de kwantummechanica bijvoorbeeld dat kwantumtoestanden zoals de spin – zeg maar de draairichting – onbepaald zijn tot het moment dat er een fysieke interventie (experiment) is gedaan om de spin van het object te meten. Het is even waarschijnlijk dat een object een opwaartse spin heeft als dat het een neerwaartse spin heeft. Als van meerdere deeltjes wordt bepaald welke richting hun spin heeft, zal een onvoorspelbare reeks metingen gedaan worden die neigt naar een evenwichtige verdeling tussen opwaartse en neerwaartse spin. Maar als dit experiment gedaan wordt met verstrengelde deeltjes, zijn de resultaten anders. Als de twee leden van een verstrengeld paar worden gemeten, zal als de één een opwaartse spin blijkt te hebben de ander altijd een neerwaartse spin hebben en omgekeerd. De afstand tussen de twee deeltjes doet er daarbij niet toe. (…) Het lijkt er daardoor op dat de twee deeltjes met elkaar moeten kunnen communiceren op willekeurig welke afstand, omdat de verborgen variabele die het ene deeltje beschrijft onmiddellijk kan omslaan als het andere wordt gemeten. Als de verborgen variabelen op afstand geen informatie-uitwisseling meer met elkaar zouden hebben dan zou je een ongelijkheid verwachten.

Verstrengelde deeltjes: alles is verbonden

De_wetenschap staat hier echt voor een raadsel: het blijkt dat de deeltjes verbonden blijven. We kunnen deze kleine bouwstenen van onze werkelijkheid niet los van elkaar beschouwen; ze zijn verbonden met elkaar en reageren samen op een waarneming. Dit betekent dat je de werkelijkheid het beste zou kunnen begrijpen door het te benaderen van verbondenheid, vanuit heelheid. Niet door in te zoomen op een los onderdeel.

 

Impliciet orde

Dit heeft de kwantumfysicus David Bohm (1917-1992) ertoe gebracht om een beeld van de werkelijkheid op te stellen aan de hand van de principes uit de kwantummechanica. In zijn boek ‘Heelheid en de impliciet orde’ probeert hij om een verklaring van de werkelijkheid te geven met heelheid als uitgangspunt. Een wereld waarin alles verbonden is. Hij stelt dat dit het beste voor te stellen is door te bedenken dat er een expliciete en een impliciete orde is. Een wereld die manifest is, die je kunt zien. En een dieper liggende orde die er wel is maar nog niet manifest is geworden. Bij die impliciete orde denk ik dan bijv. aan:

  • Mijn vroegere acties en uitspraken die doorklinken in mijn omgeving. Ik ben laatst
    door omstandigheden op de fiets naar een trainingslocatie van de Baak in Driebergen
    gegaan en nu vragen deelnemers mij of ik deze keer weer op de fiets ben gekomen.
    Zij zien mij in een bepaald daglicht en dat kleurt onze gesprekken.
  • De ijsberg als symbool voor alles dat onder de oppervlakte zitMijn overtuigingen en waarden bepalen wat er op mijn pad komt. Ik vind het heerlijk om per week niet meer dan drie dagen te werken en daarnaast tijd te hebben voor studie en schrijven. Ik zie in dat kader niet zoveel nut in grote acquisitie-acties en dus zal er niet zomaar veel werk binnekomen. Ik houd het rustig.
  • De systemische patronen uit familie-opstellingen: Wat mijn ouders mij hebben meegegeven komt terug in mijn werkelijkheid via mijn angsten, triggers en talenten. Ik zorg bijvoorbeeld dat discussies niet ontaarden in ruzies, net als mijn ouders. Ik houd niet van ruzie, net als zij. Die eigenschap ligt onder de oppervlakte en bepaald mijn werkelijkheid.
  • Maar ook de systemische patronen in organisaties bepalen de toekomst: sommige plekken zijn vervuild en het is daar voor nieuwe leidinggevenden bijna onmogelijk om goed te wortelen. In mijn opdracht bij een waterschap kon ik laatst geen gezonde plek als trainer verwerven omdat er teveel aarzeling is om in openheid te leren. Mijn enthousiasme als trainer sloeg dood op afwachtende koninkrijkjes.
  • Een grotere tendens in de samenleving om hard te reageren op andersdenkenden bepaalt ook mijn werkelijkheid. In mijn oude jaarclub uit Delft wordt ik scherp bekritiseerd als ik open vragen stel over de Corona vaccinaties.

Dit zijn allemaal verborgen structuren die onder de oppervlakte liggen en die mede bepalend zijn voor hoe mijn werkelijkheid zich ontvouwt (kijk hier naar een korte video waarin ik nog wat van die structuren toelicht). Maar in de impliciete orde onder het zichtbare zit ook een diepe stroom die ik niet kan bevatten. Tegenslagen die uit de lucht komen vallen. We speuren dan ons brein af om een geschikte duiding te vinden. Hoe komt het toch dat dit mij is overkomen? Vaak kunnen we de tegenslag pas een plek geven als we een goede verklaring hebben gevonden. Dit is dan waar voor ons – en het geeft rust.

 

Hoe leef je hiermee?

Als er geen absolute waarheid is, is dan alles onwaar? Misschien wel, maar het kan wel waar zijn voor jou. Iets wat voor jou klopt, een redenatie die rust geeft. Daarbij kan je jouw waarheden meer zien als werkbare aannames om de wereld te duiden. Aannames die helemaal goed zijn zolang ze je helpen. Ik noem hieronder een paar handige aannames als voorbeeld:

  • Ik heb in mijn jeugd het voorbeeld gehad van ouders die nooit ruzie maakten. Daardoor kan ik niet goed leven met conflicten en kies ik ervoor om me precies uit te drukken;
  • Ik heb 10 jaar ervaring in een bepaald werkveld. Het zoeken naar een baan in een ander werkveld lukt me nog niet omdat ik daar geen aantoonbare ervaring heb.
  • Als je ouder wordt, gaan je ogen achteruit. Het is normaal dat je soms een leesbril nodig hebt.
  • Ik ben een product van de invloeden van mijn (voor-)ouders en het karma uit vorige levens. Als ik overlijd kom ik na een periode van rust weer terug in een nieuw lichaam op deze aarde.

Je kunt voor jezelf ook dit soort waarheden opschrijven. Is het niet zo dat je geneigd bent om deze dingen voor absoluut waar te houden? Wat mij betreft is dat niet erg zolang je twee dingen in de gaten houdt:

  1. Probeer een ander er niet van te overtuigen dat iets echt waar is. Dat jij gelijk hebt en de ander ongelijk. Het is wel heel zinvol om de ander te vertellen wat voor jou waar is op dit moment. Je kunt ook een gesprek hebben om te bepalen welke aanname jullie het meeste gaat helpen; Maar doe dat dan door eerst goed te luisteren vanuit welk perspectief de ander kijkt;
  2. Als een aanname je niet meer helpt; als het je belemmert, verander het dan. Herkader. Ontwikkel een flexibiliteit in je leven om de duiding mee te laten stromen met wat jou stimuleert en inspireert. Hoe je dat doet, lees je hier.

Dit artikel is tot stand gekomen door het lezen van veel boeken in het afgelopen half jaar. Het schrijven nam een maand in beslag omdat ik steeds weer nieuwe inzichten en vragen kreeg. Dat vind ik ook het lastige aan het schrijven van een artikel als dit: volgende week kijk ik er net weer even anders tegenaan. Wanneer zet je het proces stil en doe je alsof het ‘af’ is?

Ik ben heel benieuwd naar je reactie!

Categorie:1 Waarachtige communicatie

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Reageren

Op de hoogte blijven?

Geef hieronder je mailadres op om een bericht te krijgen als er een nieuw fragment van mijn boek uitkomt. Ik stuur je dan ook extra tips en filmfragmenten!