Zintuiglijke voorkeuren

Alle informatie over de wereld haal je binnen met je zintuigen. Deze informatie zeef je door een aantal filters en via een aantal bewerkingen in je hersenen zet je die om in interne representaties en gevoelstoestanden. Dit zijn brokjes beelden, geluiden, gevoelens, smaak en reuk waarmee je een eigen kaart van de werkelijkheid maakt. Jouw beeld van de wereld om je heen. Nu doet iedereen dat filteren en opbouwen van een kaart van de werkelijkheid anders. Bij de metaprogramma’s zag je al dat er veel verschil kan zitten hoe mensen met informatie omgaan en welke werkstijl daaruit voortkomt. Het is erg zinvol om rapport te maken met deze manier van kijken omdat je elkaar dan veel beter begrijpt en makkelijker kan samenwerken.

Dat geldt ook voor de zintuiglijke voorkeuren. Je leest hier over drie hoofdgroepen: visueel, auditief, kinesthetisch. Dit zijn de drie belangrijkste groepen; in NLP[1] wordt daar nog veel meer diepgang in aangebracht. Onderstaand beschrijf ik de karakteristieken:

 

Visueel

Mensen die een voorkeur hebben voor beelden noemen we visueel. Het zijn over het algemeen snelle denkers: zij zien een plaatje en proberen dat in een gesprek te beschrijven. Maar voordat ze klaar zijn is er alweer een nieuw plaatje in beeld en hebben ze moeite om dat in woorden te vangen. Ze kunnen zeggen dat ze het ergens mee eens zijn maar dat kan snel veranderen als ze het vanuit een ander perspectief bekijken. Je herkent deze mensen doordat ze vaak omhoog kijken, rechtop staan of zitten en ‘tekenende’ gebaren maken. In hun taal kan je ze herkennen door het gebruik van woorden zoals: zien, duidelijk, helder, visie, illustreren, invullen en uitstralen. Als je rapport met deze mensen wil maken dan moet je werken met een schets op tafel of plaatjes op een scherm.

 

Auditief

Praters zijn auditief. Ze denken zo snel als ze kunnen praten en ze ontwikkelen gedachten ook vaak door te praten. Dit zijn mensen die graag lang bellen en lang kunnen vergaderen. Ze kijken niet zozeer omhoog maar eerder opzij. Ze gebruiken woorden die met het spreken en horen te maken hebben zoals: dat klinkt goed; luisteren, geruchten, toezeggen; weerklank, zogezegd; toon, ongevraagd. Als je rapport met deze mensen wil maken dan moet je het gesprek aangaan, goed luisteren en samenvatten en de tijd nemen zodat ze hun gedachten kunnen ordenen in het gesprek.

 

Kinesthetisch

Gevoelsmensen noemen we kinesthetisch. Ze denken en spreken langzaam en laten veelal hun emoties zien. Ze moeten eerst de tijd hebben om contact te maken met een ander. In een overleg nemen ze de tijd om te voelen of iets voor hen waar is. Ze doorleven de dingen terwijl ze aan het praten zijn. Het grote voordeel is dat als deze mensen zeggen dat ze het er mee eens zijn en iets gaan doen, dit ook echt waar is. Het voorstel is ingedaald en daar blijft het dan. Deze mensen kijken vaak omlaag en laten stiltes vallen. Ze gebruiken woorden zoals: aanpakken, handig, concreet, doen, voelen, oppikken, warm, aantasten, pakken, bewegen. Als je rapport met deze mensen wil maken dan moet je ze de tijd geven om te voelen. Dat kan in een gesprek maar ook heel goed tijdens een wandeling.

[1] NLP Volume I, Dilts, R. Grinder, J., Bandler, R, 1980

Categorie:Gesprekstechnieken

Er is geen mogelijkheid om een reactie achter te laten.

Op de hoogte blijven?

Geef hieronder je mailadres op om een bericht te krijgen als er een nieuw fragment van mijn boek uitkomt. Ik stuur je dan ook extra tips en filmfragmenten!